VRT-17 februari 2025
De politie speelt een belangrijke rol in de aanpak van de drugscriminaliteit, maar is alleen niet voldoende. Dat zegt criminoloog Steven Debbaut (VUB). “Om de drugsmaffia structureel in te dammen, moet je niet alleen denken aan repressie, maar ook aan een structurele aanpak waarbij je zowel inzet op de kleine als de grote spelers in het milieu.”
De buurt rond metrostation Clemenceau in Anderlecht is de afgelopen weken opgeschrikt door meerdere schietpartijen. Het zou volgens het parket gaan over afrekeningen in het drugsmilieu. Het dieptepunt was de schietpartij afgelopen zaterdag waarbij een 19-jarige man om het leven kwam. De politie was nochtans in de buurt, op zo’n 50 meter van het incident.
De drugsmaffia lijkt voor niets terug te deinzen. Er is dus meer nodig dan politie op het terrein, zegt burgemeester Anderlecht Fabrice Cumps. Minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin (MR) heeft daarom straks een spoedoverleg met de federale politie en de FOD Binnenlandse Zaken.
“Het doel is dubbel: de burgers beschermen op korte termijn en concreet maken hoe de federale gerechtelijke politie zo snel mogelijk versterkt kan worden, om de georganiseerde criminaliteit en drugshandel aan te pakken”, klinkt het.
Korte en lange termijn
De veiligheidssituatie onderstreept dus het belang van een doordachte aanpak, maar heeft de aanwezigheid van de politie dan helemaal geen impact? Volgens criminoloog Steven Debbaut (VUB) heeft de politie zeker een sleutelrol, maar kan ze niet voorkomen dat geweld opduikt.
“De schietpartij toont enerzijds de beperkte middelen van de politie en anderzijds de driestheid en arrogantie waarmee men in het drugsmilieu aan de slag gaat”, zegt Debbaut in De Ochtend op Radio 1.
Volgens hem zijn de verhoogde aanwezigheid van de politie en de eventuele bijstand van de federale politie nu zeker aan de orde. “Je kan zo’n acute situatie niet negeren. Repressie en de veiligheid in de wijk zijn zeker nodig. De politie kan bijvoorbeeld inzetten op systematische identiteitscontroles. Dat is een manier om het probleem op korte termijn deels te beperken.
“Maar om het geweld structureel in te dammen moet je de situatie zeker breder bekijken”, zegt hij. Daarvoor focust hij onder andere op de kleine spelers in het milieu. “Er is in de cocaïnemarkt een omzet van meer dan 10 miljard euro per jaar in Europa. Het gaat over zeer veel geld. Het is dus gemakkelijk om mensen aan te trekken.”
Om zwart geld echt onderuit te halen, moet je in de richting van legalisering en regulering durven denken Steven Debbaut, criminoloog (VUB)
Om de vijver van rekruten voor criminele organisaties te verkleinen, is het volgens hem daarom belangrijk om de situatie sociaal-economisch te benaderen. “Je moet uitzoeken bij welke groep de lokroep het grootst is. Daar moet je mee aan de slag gaan. Als je dan extra inzet op onderwijs en werkgelegenheid, kan je de onderkant van de piramide toch al deels wegtrekken uit het milieu.”
Legalisering
“Daarnaast moet je ook de grote spelers aanpakken, door bijvoorbeeld achter hun vermogen aan te gaan. Dat is ook niet altijd gemakkelijk natuurlijk. Dat geld zit vaak verdeeld in allerlei vennootschappen. Je moet dus ook witwaspraktijken aanpakken. Daar kan je hen raken.”
“Maar om zwart geld echt onderuit te halen, moet je eigenlijk nog verder gaan. Dan moet je in de richting van legalisering en uiteindelijk regulering durven denken. Ik begrijp de politieke voorzichtigheid daarrond, maar als je dat doet, stap je eigenlijk over van een criminele sfeer naar een reguliere, geregelde economie.