Arizona en drugsbeleid: de afwezigheid van het pragmatisme

In tegenstelling tot een pragmatische benadering die gebaseerd is op wetenschappelijke kennis, is het drugsbeleid van de regering “Arizona” gestoeld op een loze slogan: “Drugs zijn altijd schadelijk.” Niemand, en zeker geen enkele gebruiker, is zich niét bewust van deze boodschap, aangezien deze voortdurend wordt herhaald. Toch blijft het drugsgebruik bestaan en is het falen van het drugsverbod overduidelijk. Deze boodschap negeert allereerst een feitelijke realiteit: als mensen drugs gebruiken, dan is dat omdat ze er een functie in vinden  – of het nu gaat om genot, troost, ontspanning, stimulatie of een andere gewenste werking. Meer fundamenteel negeert deze boodschap elk debat over het verbod, terwijl andere landen zoals Duitsland, Luxemburg, Malta, Zwitserland, Tsjechië en Nederland alternatieve benaderingen onderzoeken of reeds hebben ingevoerd.

Het beleid van de regering Arizona is een toonbeeld van de onwetendheid van beleidsmakers over de echte uitdagingen die elk drugsbeleid met zich meebrengt. Het draagt ook de kiemen in zich van een dodelijke overcriminalisering van gebruikers. Dit gaat ten koste van hun autonomie en welzijn. Tegelijkertijd leidt dit beleid tot een escalerende strijd tegen drugshandelaren die rijk worden door het verbod.

Het verbod op drugs werd in België ingesteld in 1921, meer dan een eeuw geleden, met de “drugwet” van 24 februari 1921. Tegen deze wet kwamen een vijftigtal organisaties en duizenden burgers in actie tijdens de campagne STOP 1921, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan ervan. Aan de Vlaamse kant, pleit het collectief “SMART on Drugs” voor een slimmer, menselijker, ambitieuzer, rechtvaardiger en totaal drugbeleid.  Hulpverleners, die het drugsgebruik van dichtbij meemaken en de schadelijke en disfunctionele aspecten van het verbodsbeleid kennen, strijden voor een wetswijziging. Ondertussen blijven politici, gegijzeld door hun pre-electorale beloftes over veiligheid en overrompeld door de opkomst van gewelddadige maffiafenomenen in steden en wijken, de ineffectiviteit van hun beleid ontkennen.

Drugsbeleid: de criminele incompetentie van Arizona

Repressie wordt vaak gepresenteerd als dé oplossing, terwijl het de onveiligheid alleen maar vergroot – zoals blijkt uit het fenomeen van schietpartijen in Brussel (en Antwerpen). Het is aangetoond dat een repressief drugsbeleid alleen maar meer criminaliteit genereert: het voedt een eindeloze wapenwedloop tussen de politie en criminele netwerken. De federale regering benadrukt het economische aspect van de illegale drugshandel – “de criminele organisaties raken waar het hen het meeste pijn doet: hun portefeuille” –, maar negeert een simpele waarheid die econoom Paul De Grauwe meermaals onderstreepte: hoe meer repressie, hoe hoger de criminele winsten. Met andere woorden, repressie leidt tot het tegenovergestelde effect van wat het beoogt.

Repressieve acties richten zich vooral op het arresteren van “kleine dealers” en het geografisch verplaatsen van de handel. Zo hebben de politieacties rond het Zuidstation in Brussel de drugsdealers verplaatst naar Sint-Gillis en Anderlecht, waar het probleem minder speelde. Dit heeft geleid tot gewelddadige territoriumgevechten en een toegenomen gevoel van onveiligheid voor de bewoners.

De gebruiker: tussen schuldgevoel en stigma

Voor onze ministers is een drugsgebruiker ofwel een crimineel die geen enkele clementie verdient, ofwel een zieke die zelfs tegen zijn wil moet worden behandeld. In alle gevallen – en de tekst van het regeringsakkoord bevestigt deze visie – is het een persoon die schuldig moet worden bevonden en gestigmatiseerd. “Alle drugsgebruikers hebben bloed aan hun handen,” verklaarde een van de opstellers van dit akkoord recent nog. Dit negeert het feit dat consumenten zich gedwongen zien hun drugs op de illegale markt te kopen. Als de overheid marktregulering en gecontroleerde productie zou overwegen, zou het drugsgerelateerde geweld drastisch afnemen.

Het wordt steeds duidelijker dat drugsgebruikers in dit beleid tweederangsburgers worden, van wie de meest fundamentele rechten worden afgenomen. Het zal mogelijk worden om persoonlijke gegevens te verzamelen en te verwerken zonder rekening te houden met het medisch beroepsgeheim en de ethische regels die gelden voor sociale werkers. Daarnaast zullen verplichte zorgtrajecten worden opgelegd, onder andere via de uitbreiding van drugsbehandelingskamer, met als risico dat het strafrechtelijke net rond gebruikers zich steeds verder uitstrekt.

De strijd tegen drugshandel: een verloren oorlog

“Zero tolerance” – de slogan van het regeerakkoord, specifiek gericht op de verkoop en het gebruik van drugs – lijkt het enige vooruitzicht van onze beleidsmakers. Het adagium blijft “de oorlog tegen drugs”, een oorlog die al meer dan een eeuw gevoerd en verloren wordt. De regering plant de inzet van een breed scala aan bewakingsapparatuur om de drugsstromen via havens en luchthavens te bestrijden. Deze strategie blijkt op langere termijn echter ineffectief, aangezien smokkelaars voortdurend nieuwe routes en technieken ontwikkelen om controles te omzeilen.

Ondanks deze inefficiëntie verklaart de regering Arizona dat ze “geen initiatief zal nemen voor legalisering”. Ze blijft koppig vasthouden aan een blind en ultrarepressief beleid, zonder oog voor alternatieve modellen in het buitenland die bewijzen dat een gereguleerde productie, distributie en consumptie van psychoactieve middelen gunstige effecten heeft en de overheid meer controle over en greep op de drugsmarkten geeft.

Dit is precies waar het werk van de Liaison Antiprohibitionniste en SMART on Drugs op focust. Door zich te verzetten tegen het dominante en destructieve repressieve model, willen deze organisaties alternatieve modellen promoten die gebaseerd zijn op het perspectief van de volksgezondheid. De ervaringen van Portugal, Luxemburg en Tsjechië tonen aan dat decriminalisering heeft geleid tot een veiligere en gezondere samenleving voor iedereen. Niemand koestert de illusie van een wereld zonder psychoactieve middelen, maar het is wel mogelijk om een wereld te bouwen waarin het drugsbeleid pragmatisch en menselijk is én leidt tot een betere controle over de drugsfenomenen.