Er zijn inderdaad nog heel wat mensen tegen de regulering van drugs maar dat begint sterk te veranderen. Zeker als het gaat over cannabis, merken we een verschuiving tegenover vroeger. Er zijn dan ook meer en meer landen die cannabis al gereguleerd hebben zoals Uruguay, Canada, Colorado, etc. In Portugal is persoonlijk bezit en gebruik al uit het strafrecht gehaald. Ook in andere landen roepen steeds meer mensen op tot de regulering van drugs.
Druggerelateerde georganiseerde misdaad is een bedreiging en moet daarom bestreden worden.
Het klopt dat georganiseerde misdaad een grote bedreiging vormt, zeker voor bepaalde plaatsen zoals de havens en steden. Dit komt doordat bepaalde drugs illegaal zijn, de vraag ernaar groot is en er zodoende veel geld mee verdiend kan worden. De strijd tegen die misdaad is zo goed als onbegonnen werk omdat er altijd spelers zullen klaar staan om deze miljoenenindustrie te leiden. Het legaliseren van drugs kan een effectief middel zijn nét omdat het drugs uit de exclusiviteit van het criminele circuit haalt.
Drugs zijn ongezond, dus moeten we ze niet promoten door ze te legaliseren en reguleren.
Bijna alle drugs zijn in meerdere of mindere mate ongezond, dat klopt. Maar legaliseren of reguleren betekent niet dat druggebruik goedgekeurd wordt, laat staan gepromoot. Legaliseren wil zeggen dat de overheid het gebruik van drugs niet ziet als een crimineel feit, maar daarmee voert de overheid nog geen reclame voor het gebruik van drugs. Integendeel: het geld dat momenteel aan repressie wordt besteed, kan dan geïnvesteerd worden in preventie. Druggebruik is een gezondheidsprobleem en moet dus ook zo behandeld worden.
De middelen van een overheid zijn niet eindeloos, dus politici moeten keuzes maken. In 2008 voerde de UGent een onderzoek uit naar de overheidsuitgaven voor het drugbeleid in België. Daaruit bleek dat 62% van de middelen van het drugsbeleid naar repressie vloeit, slechts 34% naar hulpverlening, een schamele 3% naar preventie en amper een halve procent naar schadebeperking. Gelet op een aantal wijzigingen in beleidsaccenten sinds 2008, wordt vandaag relatief gezien nog meer in repressie geïnvesteerd en dus minder in hulpverlening en preventie. Duidelijk is wel dat heel wat van de middelen die nu in repressie gestoken worden, en dus weinig opbrengen, beter zouden besteed worden aan preventie, hulpverlening en schadebeperking.
Legale drugs (zoals alcohol en tabak) zijn veiliger dan illegale drugs (zoals cannabis, cocaïne en heroïne).
Of een drug legaal of illegaal is, is het gevolg van keuzes in het verleden, gebaseerd op tradities. Het onderscheid is eerder arbitrair dan wetenschappelijk ingegeven. Het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu maakte in 2009 een vergelijking van de schadelijkheid van drugs. Een panel van experts beoordeelde de vijftien meest gebruikte drugs op vier punten: acute en chronische toxiciteit, verslavingspotentie en individuele en maatschappelijke sociale schade. In de top vijf, in volgorde van grootste schade, staat crack op nummer één. Daarna volgen heroïne, tabak, alcohol en
cocaïne. Cannabis vinden we terug op de tiende plaats en xtc (MDMA) op plaats twaalf.
Drugsvangsten en het oprollen van drugsbendes zorgen voor een kleiner aanbod aan illegale drugs.
De vraag naar drugs zal altijd blijven. Doordat er ingezet wordt op het opsporen en oprollen van drugsbendes, wordt het voor die bendes riskanter om drugs in te voeren en te verkopen. Het gevolg daarvan is dat zij meer geld vragen voor de invoer en verkoop en hierdoor ook de prijs van drugs stijgt. Bijgevolg wordt deze criminele handel dus nog winstgevender. Telkens wanneer er een lading opgespoord wordt of een bende wordt opgerold, staan er nieuwe spelers klaar om het gat in deze zeer lucratieve markt op te vullen.
De stepping-stone-theorie: het gebruiken van softdrugs leidt automatisch tot het gebruik van andere drugs.
Bijna 90% van de mensen die een legale of illegale drug proberen, wordt niet verslaafd. Ze houden het dus bij recreatief gebruik of stoppen met gebruiken voor afhankelijkheid optreedt. Kijk maar naar de drug alcohol. Deze drug is legaal en verslavend en toch zijn er weinig mensen die zich dagelijks verdoven met een fles sterke drank en hun interesse verliezen voor alles behalve het drinken van alcohol. Hetzelfde geldt voor illegale drugs: de stepping-stone-theorie klopt niet.
Persoonlijk druggebruik toelaten, leidt tot een stijging van het aantal gebruikers en verslaafden.
Deze mythe is eenvoudig te ontkrachten. In 2001 decriminaliseerde Portugal drugbezit voor persoonlijk gebruik en het gebruik van alle drugs. Toch werd in de laatste vijftien jaar in Portugal géén significante stijging van recreatief druggebruik vastgesteld.
Volgens het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) zit Nederland, met zijn coffeeshopmodel, in de middenmoot wat cannabisgebruik betreft. Landen zoals Italië en Frankrijk, waar je cannabis niet legaal kan kopen, staan daarentegen veel hoger in de ranking.
Legaliseren wil zeggen dat iets uit het strafrecht gehaald wordt. Het is dan niet meer strafbaar. Een product legaliseren betekent ook dat het gereguleerd kan worden: er wordt een regeling getroffen op welke manier het kan verkocht worden. Hiervoor zijn vele opties mogelijk. De meest extreme vorm van regulering is de verkoop overlaten aan de vrije markt, zoals bij alcohol. Er worden dan weinig regels opgelegd, er kan reclame gemaakt worden en multinationals zorgen voor de verkoop. Voor tabak zijn de regels de laatste jaren strenger geworden terwijl veel medicijnen enkel op voorschrift te verkrijgen in daarvoor voorziene winkels (apothekers). Nog een stap verder is dat de overheid de productie en verkoop in eigen handen zou nemen of enkel uitbesteedt aan spelers die geen winstoogmerk hebben. Iets legaliseren is dus niet hetzelfde als iets overal vrij beschikbaar maken.
Ook in het dierenrijk komt sporadisch druggebruik voor. Er zijn verschillende documentaires die aantonen dat ook apen en olifanten zich tegoed doen aan gefermenteerd fruit waardoor ze dronken worden. In Siberië zijn er rendieren die hallucinogene paddenstoelen (Amanita Muscaria) eten. In de Azoren is er een dolfijnensoort die bij momenten met een opgeblazen kogelvis speelt. Deze kogelvis produceert een uitermate giftige stof die in een kleine dosis de dolfijnen ‘high’ maakt. Tenslotte is onze huiskat er zelfs niet vies van: ongeveer 80% van onze katten wordt door het verdovende wilde kattenkruid (Nepeta cataria) aangetrokken.