Vooral wie pijn lijdt of slecht slaapt, zoekt heil in medicinale cannabis

Gepubliceerd in De Standaard op 14 januari 2020

Eerste onderzoek naar gebruikers in Vlaanderen

 

Medicinaal cannabisgebruik kent de laatste jaren een sterke opmars. Voor het eerst krijgen we zicht op wie de middelen gebruikt. Sommige cannabisproducten zijn in ons land legaal verkrijgbaar. Sativex, het goedgekeurde medicijn op basis van cannabis, is slechts onder strikte voorwaarden toegelaten.

‘Wanneer ik erge pijn heb, kan ik niets doen. Ik zit daar gewoon. Cannabis helpt me te ontspannen: niet dat de pijn helemaal weg is, maar ik vergeet het een beetje … Het is moeilijk om uit te leggen.’ (Magda, 54 jaar)

‘Mensen experimenteren vanuit een fysieke of psychische nood. Er is dringend nood aan professionele begeleiding’ Frédérique Bawin Criminologe UGent

In België is het gebruik van vergunde medicatie op basis van cannabis slechts zeer strikte voorwaarden toegelaten. Alleen MS-patiënten komen vandaag in aanmerking voor terugbetaling en alleen indien andere medicatie niet volstaat. Het gevolg is dat een groeiende groep mensen met gezondheidsklachten aan zelfmedicatie doet: ze kopen cannabis op illegale wijze, experimenteren met dosissen of inname­methoden en dit vaak zonder begeleiding van een arts en zonder garantie op kwaliteitscontrole.

De criminologe Frédérique Bawin (UGent) bevroeg voor haar onderzoek 381 gebruikers en deed 62 diepte-interviews. Zo schetst ze voor het eerst het profiel van medicinale cannabisgebruikers in Vlaanderen. Dat blijkt diverser dan verwacht.

Verlichten

De gebruikers in het onderzoek rapporteren 55 verschillende aandoeningen. De meesten lijden onder chronische pijn, slaapproblemen of kampen met depressie. Zes procent van de ondervraagde gebruikers heeft MS. Bijna allemaal hopen ze hun symptomen te kunnen verlichten.

Opvallend is dat bijna driekwart van de bevraagden ervaring heeft met recreatief cannabisgebruik. Vaak gaat het daarbij om jonge(re) mannen. De groep die voor het eerst cannabis gebruikt om psychische of fysieke klachten te verlichten, is vaker vrouw en heeft een hogere leeftijd. ‘Die twee groepen verschillen duidelijk van elkaar’, zegt Bawin. ‘De eerste groep zal de cannabis veeleer roken, de tweede groep gebruikt vaker olieproducten.’

De onderzoekster spreekt zich voor alle duidelijkheid niet uit over de werkzaamheid van de cannabisproducten. Daarover blijven de meningen verdeeld. Zo schreef het Belgisch Centrum voor Farmacologische Informatie (BCFI) onlangs nog in een overzichtsartikel dat de beschikbare studies te zwak zijn om te stellen dat deze ­geneesmiddelen echt werkzaam zijn, of ­beter zijn dan de onderbouwde behandelingen (DS 30 december). ‘Er zijn wel succesverhalen van pa­tiënten, maar alleen daarop mogen we ons niet baseren’, aldus Thierry Christiaens, professor klinische farmacologie (UGent, BCFI).

Niet alleen de 54-jarige Magda (zie intro) heeft een positieve ervaring met medicinale cannabis, blijkt uit de diepte-interviews van Frédérique Bawin. Ook Bruno (55) vertelde hoe hij op een dag erg ziek was door chemotherapie. ‘Ik moest overgeven en mijn hele lichaam brandde. Ik dacht: godver, het kan mij niet meer schelen, en ik nam in een keer tien druppels cannabisolie. Het was ongelooflijk, alles ging weg. Een halfuur later had ik zoiets van: en nu, wat doen we hiermee?’

De groep die voor het eerst cannabis gebruikt om psychische of fysieke klachten te verlichten, is vaker vrouw en heeft een hogere leeftijd

Dat er doorgaans geen toeziend oog van een arts is, betekent niet dat er roekeloos met de cannabis wordt omgesprongen. Uit de bevraging blijkt dat de dosis bij de meerderheid stabiel blijft doorheen de tijd. Het gaat gemiddeld over vijf gram per week.

Niet high worden

Een aantal patiënten durft daarover het gesprek met een arts aan te gaan en zij rapporteren dat die niet noodzakelijk afkeurend reageert. Toch blijft de belangrijkste bron voor advies en informatie over medicinaal cannabisgebruik het internet en sociale media. Bawin vindt dit zorgwekkend. ‘Los van de vraag of er een effect is en of het legaal is, is het een realiteit dat mensen aan zelf­medicatie doen en vanuit een fysieke of ­psychische nood experimenteren met medicinale cannabis. Er is dringend nood aan opvolging door een arts om in te schatten of de cannabis invloed kan hebben op de werking van andere medicijnen. Maar ook om neveneffecten in te schatten en de veiligheid te helpen garanderen.’

De medicinale cannabisgebruikers worstelen met het stigma dat op de drug kleeft. ‘Ze benadrukken telkens dat ze er niet high van worden’, zegt Bawin. ‘En dat dit ook nooit hun doel was: ze grijpen naar de producten als laatste redmiddel omdat de klassieke geneeskunde hen niet kan helpen bij hun klachten.’ De groep is er zich met andere woorden heel goed van bewust dat medicinaal cannabisgebruik zowel op juridisch als op medisch vlak momenteel niet geaccepteerd wordt in België. ‘Als ze ervoor uitkomen, krijgen ze in hun directe omgeving gemengde reacties. Ze vinden het om al die redenen niet per se prettig om cannabis te gebruiken, ze willen zich gewoon beter voelen.’

Illegale markt

Tom Decorte, hoogleraar criminologie (UGent) en promotor van het onderzoek, vindt dat we niet doof mogen blijven voor de bevindingen van deze groeiende groep patiënten. ‘De stelling van het BCFI dat er onvoldoende bewijs is voor de therapeutische waarde van medicinale cannabis is begrijpelijk’, zegt Decorte. ‘Het wetenschappelijk onderzoek ernaar heeft bijna vijftig jaar zo goed als stilgelegen. Het ging tenslotte om een drug. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft vorig jaar het advies gegeven om het uit die categorie te halen. Indien dat gebeurt, zou dat een boost kunnen geven aan het onderzoek.’

Indien er wetenschappelijk bewijs voor is, zou dat voor heel wat mensen veel kunnen betekenen, zegt Decorte. ‘Patiënten bevoorraden zich vandaag te vaak in het buitenland, op de illegale markt, en maken zich dus schuldig aan de import van drugs. Evengoed worden ze onvoldoende tot niet begeleid. Voor een groeiende groep mensen is de wettelijke situatie vandaag niet duidelijk en zeker niet ideaal.’