Druggebruik is een spiegel van de samenleving

Steven Debbaut- De Standaard 29 augustus 2022

Zolang er vraag is naar illegale drugs, zal er aanbod zijn. Dat is een ijzeren wet, vanwege de lucratieve winsten die voor aanbieders te boeken vallen. Bepaalde vragen over die vraagzijde van drugs komen nu opvallend weinig aan bod. Wat betekent het gebruik van drugs voor een samenleving? Wat zegt dat over die samenleving? In welke mate is druggebruik op zich een zorg? Misschien gaan we die vragen uit de weg omdat ze ons een kritische spiegel voorhouden en complexere antwoorden oproepen dan wanneer we het fenomeen simpelweg afdoen als een te bestrijden kwaad.

Van niet-problematisch druggebruik (sporadisch, verbonden aan specifieke gelegenheden, in harmonie met verantwoordelijkheden en activiteiten verbonden aan werk en gezin …) moeten we ons de vraag durven te stellen of het een (prioritaire) zorg moet zijn.Recreatief alcoholgebruik is dat in deze samenleving amper, integendeel, het wordt vaak aangemoedigd, onder meer via reclame. Terwijl alcohol veruit een van de meest ‘harde’ drugs is. Waarom neigen velen, ook beleidsmakers en opiniemakers, dan naar een morele paniek en een culpabiliseren bij gebruik van andere middelen dan alcohol?

Een lijntje bij gelegenheid

De overgrote meerderheid van de mensen die illegale drugs gebruiken zijn, net zoals bij alcohol, niet-problematische gebruikers. Dat wordt bevestigd door het jaarlijkse World Drug Report van het United Nations Office on Drugs and Crime. Het gaat om mensen die bij gelegenheid een joint roken, een lijn cocaïne snuiven of MDMA gebruiken in plaats van bijvoorbeeld alcohol te nuttigen en die daarbij geen noemenswaardige negatieve impact op andere levensdomeinen ervaren. Gebruikers van illegale middelen benoemen, zoals bij alcohol, vaak de voordelen van zo’n gematigd gebruik: ze kunnen zich beter ontspannen, ze kunnen blijven werken, hun creativiteit wordt gestimuleerd, ze komen tot andere inzichten en ze ervaren sociale contacten vlotter of als meer verdiepend.

Gebruikers van niet-gelegaliseerde middelen verantwoordelijk stellen voor het ondersteunen van een crimineel circuit is de wereld op zijn kop zetten. Gebruikers zijn onderdeel van een systeem dat zich door overheidskeuzes per definitie in de criminele sfeer afspeelt.Stel dat de Finse premier wel een andere drug dan alcohol gebruikt had op een feest. ‘ Et alors?’ was een te rechtvaardigen respons geweest, maar is in het huidige verbodskader en geconstrueerde narratief over zulke middelen haast ondenkbaar.

Dat druggebruik een kritische spiegel vormt over hoe het met de samenleving gesteld is, komt het meest naar voren als we het hebben over problematisch gebruik. Een gebrek aan kansen op onderwijs en werk, discriminatie en armoede verhogen het risico op problematisch druggebruik. Ook mensen die te maken kregen met een vorm van misbruik of verwaarlozing lopen een verhoogd risico.Vooral dit problematische druggebruik kan blootleggen hoe mensen zich kunnen inbedden en hoe ze zich voelen in de samenleving.Meer ongelijkheid, meer armoede en meer verontrustende opvoedingssituaties betekenen meer problematisch druggebruik.

‘War on poverty

‘We kunnen twee bruggetjes naar de aanbodzijde leggen. Ten eerste is het een misvatting dat legaliseren en reguleren automatisch leiden tot een stijging van het aantal mensen dat drugs gebruikt, laat staan van het aantal problematische gebruikers. Er is geen eenduidige correlatie tussen de regulering van producten en een stijging van gebruik. Ten tweede blijkt dat heel wat ‘voetvolk’ actief in de aanbodzijde drugs begint te dealen als alternatief. Zo proberen ze alsnog betekenis en kapitaal te verwerven in een samenleving waarin ze materieel moeilijk volwaardig kunnen participeren en waarvan ze zich immaterieel vervreemd voelen. Dat is geen goedpraten, het is wel een pleidooi om het fenomeen te begrijpen voor wat het is en waar de medeoorzaken zich bevinden.Als samenleving zou het interessant zijn om druggebruik niet nodeloos te problematiseren en al zeker niet te criminaliseren. Het is wel zinvol om in te zetten op preventieve initiatieven en op ‘ harm reduction’: een testservice voor xtc-pillen, vroegdetectie van ontsporend gebruik, een open gesprekscultuur stimuleren opdat jongeren praten over gebruik van alcohol en andere drugs met ouders, vrienden en leerkrachten, eerlijke informatie delen over effecten en risico’s …

Het merendeel van de middelen van het drugbeleid wordt nu ingezet voor repressie. Laten we focussen op de ‘ root causes’ van problematisch druggebruik. Een drugbeleid is zo goed als zinloos wanneer we het niet inbedden binnen een breder sociaal en economisch beleid. Een ‘ war on poverty’ hand in hand laten gaan met een doordachte regulering, dat zou eens een idee kunnen zijn.