Een verkorte versie van deze opiniebijdrage verscheen als ‘brief van de dag’ in De Morgen op 2 december 2020 | Door Steven Debbaut, woordvoerder van SMART on Drugs
In het programma Club Flo (VTM2, 27/11) kwam de harm reduction strategie om XTC-pillen te laten testen als gespreksonderwerp aan bod. Harm reduction staat voor beleidsmaatregelen en praktijken die tot doel hebben de nadelige gezondheidsgevolgen van het gebruik van legale en illegale drugs te beperken. Al snel volgde een reactie van Bart De Wever op Twitter: “de illusie creëren van ‘veilige drugs’ is de zoveelste stap in de verkeerde richting: een samenleving waarin drugs normaal zijn”. Dergelijke reactie vertrekt vanuit een typische misvatting over harm reduction strategieën, namelijk dat ze zouden aanzetten tot druggebruik. Druggebruik blijkt echter niet toe te nemen in landen die ‘drug-testing’ mogelijk maakten en de aanwezigheid van drugtestservices moedigt degenen die geen (illegale) drugs gebruiken niet aan om eraan te beginnen (bron: European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction, 2017).
De effectiviteit in het beperken van risico’s op schade door traditionele vormen van harm reduction, zoals spuitenruil, substitutiebehandeling (bv. methadonverstrekking aan mensen die heroïne gebruiken), gebruiksruimtes, en medisch gecontroleerde heroïneverstrekking, is onderhand voldoende bewezen. Toch bevinden deze risicobeperkende maatregelen zich nog steeds in een juridische grijze zone, de initiatieven balanceren vaak op het randje van het wettelijke omdat er geen duidelijk legaal kader omhanden is. Hetzelfde geldt in ons land voor ‘pill-testing’. ‘Pill-testing’ zou, mits een legaal kader, zowel georganiseerd kunnen worden op festivals (‘on-site’, zoals onder meer reeds gebeurde in Australië, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk) als via drugtestservices die men opzet in verschillende steden en gemeenten over het land (zoals in Nederland).
‘Pill testing’ verlaagt de kans op dodelijke slachtoffers en spoedopnames n.a.v. XTC-gebruik. Pillen met gevaarlijke substanties of een te hoge concentratie van het actieve bestanddeel kunnen er worden uitgehaald. De werkzame stof die men verwacht bij XTC is afgekort MDMA. Toen XTC op de markt kwam, bevatte het jarenlang gemiddeld een 80 mg MDMA. Op dit moment is het gemiddeld gehalte MDMA in een XTC-pil 170 mg en het aantal pillen met meer dan 210 mg MDMA neemt toe. Deze hoog gedoseerde pillen geven meer risico’s dan lager gedoseerde pillen. Het aantal incidenten met XTC is de afgelopen jaren dan ook sterk toegenomen. Als een overheid weet dat het gebruik van bepaalde drugs door een deel van de festivalgangers een realiteit is, een realiteit die niet weggaat door het gedrag te verbieden noch door drugcontroles aan de ingang, dan mogen we verwachten dat een overheid maatregelen neemt om de risico’s te beperken. Tenminste in zoverre die maatregelen ook haalbaar zijn en hun efficiëntie bewezen is.
In plaats van druggebruik te beschouwen als een criminele daad, is het rationeler en humaner om het te beschouwen als een menselijke realiteit die we best benaderen vanuit volksgezondheid; de strafwet is een ongeschikt instrument voor dit fenomeen. De repressieve benadering van drugs heeft het gebruik niet doen dalen. Mensen die drugs gebruiken weten dat er risico’s zijn, maar kunnen die risico’s moeilijk inschatten wanneer ze de samenstelling van een drug niet kennen. Precies weten wat er in een pil zit is één van de beste manieren om die risico’s te verminderen. Wanneer ‘pill testing’ uitwijst dat de samenstelling van de drug niet overeenstemt met hetgeen de potentiele gebruiker verwacht had, zal deze in de meeste gevallen de dosis verminderen of de drug niet nemen. De kans op schade verkleint dus.
Repressieve drugcontroles op festivals daarentegen vergroten de kans op schade. Mensen die bang zijn om bij de toegang op het festivalterrein door de politie betrapt te worden, zijn geneigd om hetzij hun drugs vooraf in één keer in te nemen, hetzij de drugs te kopen op het festivalterrein zelf. Dit laatste verhoogt het risico daar men doorgaans beter kent wat men zelf meeneemt dan wat je op een festival aankoopt. Op een festival is de kans groter dat je in aanraking komt met een verkoper die in de anonimiteit van de grote mensenmassa zaken verkoopt van inferieure kwaliteit (hetzij versneden met andere producten, vervuild, te licht of net te zwaar gedoseerd).
Met een doordachte opzet van ‘pill testing’ creëer je niet de illusie dat drugs nemen veilig is, laat staan dat drugs nemen ‘oké’ is. Elk druggebruik heeft risico’s op psychisch en fysisch vlak en daar moeten we festivalgangers (en alle andere gebruikers) zeer bewust van maken en houden. ‘Pill testing’ moet steeds gekoppeld worden aan initiatieven om mensen voorlichting te geven en als gelegenheid dienen om een open en kritisch gesprek te voeren over de voor- en nadelen van alcohol en andere drugs. Potentiele gebruikers moeten naast preventieve informatie ook voorzien worden van het type informatie die bijdraagt aan veiliger gebruik. Het blijkt dat potentiele gebruikers van wie de XTC-pil geïdentificeerd werd als hetgeen zij verwachtten, de aangereikte schadebeperkende kennis gebruiken om de risico’s te verminderen (onder meer: beginnen met een kleine dosis en voldoende lang wachten om het effect in te schatten; voldoende water drinken, maar ook niet overmatig; geen alcohol gebruiken; etc.). Uit onderzoek is gebleken dat meer dan 50% van de mensen die hun drug laten testen anders nooit in contact zouden komen met hulpverleners. ‘Pill testing’ maakt het mogelijk om in gesprek te gaan met gebruikers die anders niet bereikt worden. Bovendien stelt het de overheid in staat om een betere monitoring te doen van wat er op de markt circuleert.
Wanneer je een festival binnenkomt en je ziet dat er een pil-testdienst is met informatie over verschillende soorten drugs, waaronder ook alcohol, wordt het risico tastbaarder. Een perceptie van een risico wordt een reëel risico net omdat je de informatie daarover gaat voorzien. Wanneer een overheid ervoor kiest om een deel van de markt aan roesmiddelen in de illegaliteit te houden – hetgeen kwaliteitscontrole op die producten onmogelijk maakt, is er de noodzaak om naast preventie en hulpverlening ook in te zetten op harm reduction initiatieven zoals ‘pill testing’. ‘Pill testing’ is zeker geen sluitend antwoord op het drugfenomeen, maar zou wel een stap voorwaarts betekenen richting een volwassen en rationeel drugbeleid. Want hoe graag we het ook zouden willen: eenvoudigweg vragen of verbieden aan mensen om geen (illegale) drugs te gebruiken, werkt niet.