‘Mensen die drugs gebruiken, zijn mensen zoals jij en ik’

Door Olivier Taymans, het PAR-onderzoeksteam en Michelle Van Impe.

Gepubliceerd op 23 november 2020 in sociaal.net en integraal online te lezen.

 

‘Mensen die drugs gebruiken, zijn mensen zoals jij en ik’

Op verslaving rust een stigma. En wie stigma ervaart, voelt zich meer geremd om hulp te vragen. Op 27 november organiseert het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) een studiedag over stigma en herstel. Een panel van negen mensen die diverse ervaring hebben met legale en illegale drugs krijgt daar het woord.

Participatief actie-onderzoek
In het kader van een participatief actie-onderzoek aan de Universiteit Gent wisselen deze negen mensen al meer dan een jaar verhalen en ideeën uit over zichzelf, roesmiddelen en de stigmatisering daarvan.

‘Waarom overheerst een eenzijdig stereotiep beeld over druggebruik?’

In aanloop naar de VAD-studiedag ‘Van stigma naar herstel’ wil dit panel enkele vragen en reflecties delen met een breder publiek. De tekst werd geschreven door Olivier Taymans, in samenwerking met het PAR-onderzoeksteam en onderzoekster Michelle Van Impe.

 

Waarom is druggebruik nog steeds een taboe?

Mensen die illegale drugs gebruiken: Wie zijn ze? Waarom doen ze dat? Dit zijn belangrijke vragen met een ingewikkeld antwoord: zowel de mensen, de roesmiddelen als de redenen en context voor hun gebruik zijn bijzonder divers en complex.

Waarom overheerst er dan een overwegend simplistisch en eenzijdig stereotiep beeld over druggebruik? Waarom wordt druggebruik voornamelijk gezien als problematisch en zelfs crimineel? Waarom is druggebruik nog steeds taboe? En waarom zijn mensen die illegale drugs gebruiken aanhoudend het voorwerp van stigmatisering?

 

Drugs: what’s in a name?

Allereerst is de term ‘drugs’ zelf een veel te brede noemer om er iets zinnigs over te zeggen, net zoals ‘sport’ of ‘dier’.

Als mijn kind in paniek de badkamer uitstormt met de melding dat daar een beest zit, dan wil ik graag weten of het over een mug of een slang gaat. En iemand die aan sport doet, zou die hardlopen, skydiven of biljarten? Dezelfde diversiteit geldt voor drugs. Maar dat idee lijkt te moeilijk,  dus wordt gemakshalve alles over één kam geschoren: drugs zijn slecht.

Wij als panel denken daar anders en genuanceerder over.

 

Olivier

Als lid van die groep stel ik me graag even voor: “Ik ben Olivier en ik gebruik al meer dan dertig jaar drugs.” Een typische opener voor een zelfhulpgesprek, waarbij het geijkte antwoord van de groep je bijna spontaan ietwat slepend in de oren klinkt: “Dag Olivier!”

‘Ik ben Olivier en ik gebruik al meer dan dertig jaar drugs.’

Toch heb ik aan zelfhulpgroepen geen boodschap en ben ik allerminst van plan te stoppen met gebruiken. Persoonlijk ben ik van die zogenaamde ‘slechte’ drugs alleen maar beter geworden. Het liefst gebruik ik psychedelica, soms MDMA. Deze middelen zijn zelden verslavend en in verantwoorde en zuivere doses fysiologisch vrij onschadelijk [1,2].

Bovendien worden ze, in combinatie met psychotherapie, al decennialang onderzocht als hulpmiddel tegen onder meer angst en depressie [3], het posttraumatisch stresssyndroom [4], en verslaving [5].

 

Hobbelig parcours

Uiteraard kan je deze veelbelovende maar experimentele resultaten niet zomaar doortrekken naar mensen die deze middelen illegaal en zonder begeleiding gebruiken. Er moet bijzonder zorgvuldig mee omgesprongen worden en niet iedereen weet of wil dit. En zelfs dan kunnen sommige ervaringen met psychedelica moeilijk en uitdagend zijn.

‘Niet-problematisch druggebruik bestaat.’

Bad trips kunnen zowel leerrijk als traumatisch zijn. Veel hangt af van het individu en omgevingsfactoren. Zelf heb ik het vooral ervaren als een soort versnelde en diepgaande psychotherapie, maar andere mensen, ook binnen onze groep, hebben met deze of andere legale en illegale drugs een hobbeliger parcours gereden.

Toch is het voor mij belangrijk om te stellen, omdat het ingaat tegen heersende clichés en daardoor een invalshoek kan zijn om stigmatisering tegen te gaan, dat niet-problematisch druggebruik bestaat.

Volgens Anne Katrin Schlag, hoofd van de Engelse onderzoeksgroep Drug Science, is het zelfs eerder regel dan uitzondering [6]. Net zoals dit bijvoorbeeld het geval is voor alcohol, een legale drug met misbruik- en verslavingspotentieel. Vrijwel iedereen beseft dat alcohol gevaarlijk kan zijn. Toch kan het door velen, mits enige voorzorg, op een risico-beperkende manier gebruikt worden. Voor veel mensen is het een bron van gezelligheid en plezier. Wat veel minder mensen beseffen, is dat dit met illegale drugs hetzelfde is.

 

Scheve blikken

Maar ook de mensen die wel problemen ondervinden met drugs, verdienen geen scheve blikken.

‘Mensen die problemen ondervinden met drugs, verdienen geen scheve blikken.’

Problematisch gebruik is nooit een keuze en wordt onder andere bepaald door een samenloop van verschillende factoren zoals erfelijkheid [7], moeilijke levensomstandigheden of een traumatische levensloop [8]. Het kan hier gaan over acute en schrijnende situaties maar ook over minder zichtbare problemen, waar mensen zich zelf niet steeds bewust van zijn.

Druggebruik kan dan een soort zelfmedicatie zijn om met moeilijke gevoelens om te gaan tot er betere oplossingen voor handen zijn. Hoe dan ook, louter individuele verantwoordelijkheid speelt een geringe rol in problemen met gebruik.

 

Ziekte

Langs de andere kant heeft ‘drugverslaving’ als een ziekte beschouwen misschien ook iets paternalistisch, terwijl het vooralsnog niet geleid heeft tot destigmatisering [9, 10].

‘Stigma helpt niemand vooruit.’

Maar dit idee werpt wel een prangende vraag op: moet iemand die ziek is boeten voor zijn ziekte, of heeft die persoon er zo al genoeg last van?

In onze ogen verdient niemand het om gestigmatiseerd en verstoten te worden, ongeacht hoe een persoon met drugs omgaat en in welke situatie die zich bevindt. Hoewel stigma zich verschillend uit naargelang de persoon en de context, helpt het feitelijk niemand vooruit.

Spraakzame zondebokken

Eigenlijk past de ‘drugverslaafde’ en bij uitbreiding de ‘druggebruiker’ in het historisch rijtje van verstoten categorieën. Mensen met een beperking, mensen die kampen met psychische uitdagingen of de LGBTIQ-gemeenschap: allemaal hebben ze geleden onder dit zondebokmechanisme [11].

Wie anders is dan de ‘gangbare groep’, boezemt die groep angst in en moet daarom, beladen met alle zonden van die groep, de woestijn ingestuurd worden [12, 13].

‘Het vinden van een effectief tegengif voor stigma’s is allerminst evident.’

Want inderdaad: de ‘zonden’ van de gebruiker zijn die van alle leden van de samenleving. Haast iedereen gebruikt wel eens drugs (alcohol, tabak, suiker, koffie…) terwijl roesmiddelen en bewustzijnsverandering van alle tijden en culturen zijn [14]. Alleen kan onze samenleving hier blijkbaar niet anders mee omgaan dan via verbod en stigma, beiden gaan vaak samen, met een pak negatieve gevolgen van dien.

Stigma heeft een prominente maatschappelijke, historische, socio-economische en politieke dimensie [9, 11]. Waar en waarom werden bepaalde groepen en fenomenen gelabeld als deviant? Hoe worden stereotype ideeën in stand gehouden en op basis van welke argumenten precies? Deze vragen zijn belangrijk voor wie stigma wil aanpakken.

De lange weg naar meer nuance, empathie en menselijkheid

Het vinden van een effectief tegengif voor ingebedde stigma’s is allerminst evident. Een zwaarwichtig vraagstuk binnen ons collectief was dan ook: hoe beginnen we hier in godsnaam aan? En wat kunnen wij als klein panel betekenen in deze omvattende en complexe maatschappelijke aangelegenheid?

‘Ieder van ons heeft een verhaal dat het junkie-idee sterk nuanceert.’

Wat wij kunnen bieden, is onze kennis uit de eerste hand. We kunnen erover praten: Ieder van ons heeft een verhaal dat het stereotiepe junkie-idee sterk nuanceert of onderuit haalt. Mensen die drugs gebruiken, zijn mensen zoals jij en ik. En we hebben het dan over zij die occasioneel gebruiken tot zij die erover struikelen en iedereen daartussenin.

Het is hoog tijd dat we dit ook kunnen tonen door er voor uit te komen. Door te getuigen over wat druggebruik is en kan inhouden: tegen alle clichés en taboes in. Dit is een eerste te nemen stap op de lange weg naar meer nuance, empathie en menselijkheid.

Praten over illegale drugs is riskant

Toch zetten we hier meteen een kanttekening en warme uitnodiging bij.

Praten over illegale drugs is riskant. Kunnen we wel veilig spreken over zaken waarvan we weten dat ze niet graag gehoord worden en als crimineel beschouwd worden? Kunnen we zomaar zeggen wat we echt denken zonder potentiële gevolgen af te vinken, zelfs op een studiedag die nota bene over stigma gaat?

‘Het voelt alsof spreken over stigma datzelfde stigma erger maakt.’

Hoewel we met moed de studiedag tegemoet gaan, voelt het aan alsof spreken over stigma datzelfde stigma erger maakt. Iets dat voor ons altijd meedraait op de achtergrond als een stille film, voorzien we nu zelf van klank. Onze klankband zal evenwel niet matchen met de eenzijdige beeldvorming over drugs en de mensen die ze gebruiken.

Een tweede essentiële stap is dan ook dat er mensen zijn die naar ons willen luisteren met een open blik. Vind je het daarna maar niets? Tant pis maar toch bedankt. Vind je dat er toch iets inzit of heb je bedenkingen en vragen? Fijn, dan praten we graag verder.

Kom je luisteren?

 

Referenties

[1] Nichols, D. E. (2016), ‘Psychedelics’, Pharmacological Reviews, 68(2), 264-355.

[2] Sessa, B. and Higbed, L. N. (2019), ‘A review of 3, 4-methylenedioxymethamphetamine (MDMA)-assisted psychotherapy’, Frontiers in Psychiatry, 10(138), 1-7.

[3] Breeksema, J. J. e.a. (2020), ‘Psychedelica bij de behandeling van depressie, angst en obsessieve-compulsieve stoornis’, Tijdschrift voor psychiatrie62(8), 618-628.

[4] Vermetten, E. e.a. (2020), Psychedelica bij de behandeling van PTSS, Tijdschrift voor psychiatrie62(8), 640-649.

[5] van den Brink, W. e.a. (2020), Psychedelica bij de behandeling van verslaving en psychose, Tijdschrift voor psychiatrie, 62(8), 650 – 658.

[6] Schlag, A. K. (2020), ‘Percentages of problem drug use and their implications for policy making: A review of the literature’, Drug Science, Policy and Law, 6, 1-9.

[7] Kreek, M. J., e.a. (2005), ‘Genetic influences on impulsivity, risk taking, stress responsivity and vulnerability to drug abuse and addiction’, Nature Neuroscience 8(11), 1450-1457.

[8] Lloyd, C. (2009), ‘Risk Factors for Problem Drug Use: Identifying vulnerable groups’, Drugs: Education, Prevention and Policy, 5(3), 217-232.

[9] Fraser, S. e.a. (2017), ‘Addiction stigma and the biopolitics of liberal modernity: A qualitative analysis’, International Journal of Drug Policy, 44(6), 192-201.

[10] Hart, C. L. (2017), Viewing addiction as a brain disease promotes social injustice, Nature Human Behaviour, 1(3), 1-1.

[11] Tyler, D. I. (2020), Stigma: The machinery of inequality, London, Zed Books Ltd.

[12] Becker, H. S. (1963), ‘Outsiders: studies in the sociology of deviance’, London, Free press of Glencoe.

[13] Young, J. (1971), ‘The drugtakers: The social meaning of drug use’, London, Paladin.

[14] Singer, M. and Page, J. (2014), ‘The Social Value of Drug Addicts’, New York, Routledge.