Legalisering cannabis verdient serieuze discussie

Gepubliceerd in De Standaard op 17 mei 2019

Woordvoerder van burgerbeweging SMART on Drugs; hoogleraar criminologie (UGent) en expert bij SMART on Drugs.

 

Minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) zei op dinsdag in Kies 19 op Radio 1 dat ‘hij hoopt dat de voorzitter van de PS zelf niet geblowd had op het moment dat hij het voorstel lanceerde om cannabis in ons land te legaliseren’.

Die reactie is intriest. Het voorstel van Elio Di Rupo is een grondig inhoudelijk debat waard. Ons drugs­beleid, en dus ook het cannabisbeleid, is nog steeds gestoeld op de criminalisering van drugsgebruik. Het gaat uit van de veronderstelling dat verbieden en bestraffen zullen leiden tot een daling van het gebruik en van de eventuele maatschappelijke schade daaraan verbonden. Het tegendeel is waar. Het cannabisgebruik neemt niet af, en de war on drugs slaagt er niet in de cannabismarkt structureel te ontwrichten. Legalisering kan wel tot een daling leiden. Legaliseren betekent ook reguleren en dat houdt in dat je een beleid ontwikkelt met duidelijke restricties.

Wij zijn voorstander van een non-profitmodel waarbij de productie en verkoop gereguleerd en gecontroleerd worden door de overheid. Regulering laat ook kwaliteitscontrole toe. Het huidige cannabisbeleid geeft die controle juist op. Alles gebeurt onder de radar, met alle gevolgen van dien: stigmatisering van gebruikers (van wie de meeste recreatieve gebruikers zijn), gevaarlijke producten op de markt (onder meer met een te hoog THC-gehalte), verkoop aan minderjarigen en een crimineel circuit waar gigantische bedragen circuleren.

De Crem gebruikt bovendien een argument ad hominem: hij valt de autoriteit van de opponent aan door te suggereren dat Di Rupo zelf cannabis gebruikt. Hecht De Crem meer waarde aan hoe zijn politieke tegenstander gepercipieerd wordt dan aan diens inhoudelijke argumenten? Als onze toekomst in handen ligt van dit type politici (van welke politieke familie dan ook), dan moeten we geen rationeel en inhoudelijk debat verwachten. Door dit soort reacties­ komt het maatschappelijke denken rond een gevoelig thema als drugs­beleid compleet tot stilstand. Zo’n verkleutering van het publieke debat voedt de afkeer van het publiek voor politici. Het cannabisfenomeen is een ernstig maatschappelijk gegeven, veel burgers komen ermee in aanraking, soms op een erg pijnlijke en problematische manier. Op die uitdaging en het onderbouwde voorstel van een politieke tegenstrever hoort een politicus met dossie­r­kennis en sérieux te reageren.