‘Cannabis zal vroeg of laat legaal worden’

Gepubliceerd in De Standaard op 15 december 2018 |

Als allereerste Europese land wil Luxemburg gereguleerd cannabis aanbieden. ‘Ook de andere landen binnen de Unie moeten een beleid in die richting onderzoeken’, zegt de Nederlandse criminoloog Cyrille Fijnaut. Andere experts waarschuwen dan weer voor te radicale veranderingen.

‘Dit is echt een doorbraak.’ De Nederlandse expert drugsbeleid Cyrille Fijnaut (Universiteit Tilburg, ex-KU Leuven) is behoorlijk enthousiast, nu Luxemburg beslist heeft om cannabis te legaliseren. Nadat een petitie voor een Kamerdebat in één dag tijd 4.500 handtekeningen had gekregen, besliste de regering van de liberale premier Xavier Bettel om de gereguleerde verkoop van cannabis voor recreatief gebruik op te nemen in de beleidsverklaring. Hoe dat moet gebeuren, wordt de komende jaren onderzocht.

‘Luxemburg gaat met andere woorden de productie en verkoop van cannabis organiseren’, zegt Fijnaut. ‘Nederland gaat experimenteren met legale wietteelt, maar Luxemburg zet voor het eerst echt de stap. Daarmee zitten we op een breekpunt in Europa. De Europese Unie moet nu bekijken binnen welke grenzen zo’n ­legaal cannabisbeleid kan. Maar ik denk dat daar niet aan te ontkomen is.’

Volgens Fijnaut zijn de geesten in Europa daarvoor aan het rijpen. ‘In een aantal landen wordt het medische gebruik van cannabis al wettelijk geregeld’, zegt hij. Onder meer Groot-Brittannië, ­Nederland, Oostenrijk, Spanje en Tsjechië voorzien legaal gebruik van medicinale cannabis en ook in ons land zijn geneesmiddelen met actieve bestanddelen van cannabis sinds 2015 legaal. ‘Ook in de Verenigde Staten was die medicinale cannabis het glijmiddel richting recreatief gebruik. Het leidde tot een normalisering van het fenomeen. Zo werkt het nu ook in Luxemburg.’

De Europese Commissie stelde vorig jaar voor het eerst dat we het gebruik, de productie en de distributie van cannabis moeten onderzoeken. Je voelt dat er een opening komt in Brussel.’ Een Europese aanpak is belangrijk om drugstoerisme te vermijden.

Naar de psycholoog, niet naar de rechter

Cannabis is verboden in België, maar door een ministeriële richtlijn geldt sinds 2005 de laagste vervolgingsprioriteit voor persoonlijk gebruik. Meerderjarigen die maximaal drie gram cannabis of één geteelde plant in hun bezit hebben – zonder verzwarende omstandigheden of verstoring van de openbare orde – krijgen alleen een vereenvoudigd proces-verbaal. Sinds Bart De Wever burgemeester van Antwerpen is, wordt cannabisbezit daar echter wel weer beboet.

De meeste Belgische experts zijn het erover eens dat strafrechtelijke vervolging van cannabis­gebruikers niet werkt en dat er nu te veel onduidelijkheid heerst. ‘Dat het in het ene arrondissement mag en in het andere niet, is niet goed voor de rechtszekerheid’, bevestigt advocaat Walter Van Steenbrugge. ‘Ik ben geen voorstander van het repressieve beleid rond druggebruik. Drugs, dus ook cannabis, moeten strafbaar blijven, maar in plaats van gebruikers een gevangenisstraf te geven, zou ik ze een behandeling opleggen.’

Ook het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) pleit voor een ander beleid. ‘Wij zien veel in het voorbeeld van Portugal’, zegt directeur Marijs Geirnaert. Daar werd alle drugsbezit voor persoonlijk gebruik in 2001 gedecriminaliseerd. Opgepakte gebruikers komen er heel snel voor een gezondheidscommissie met daarin een juridische expert, maar ook dokters, sociale werkers en psychologen. Die kunnen een boete opleggen, maar focussen vooral op de vraag of een behandeling nodig is.

‘Het Portugese systeem draait rond de omgang met individuele gebruikers. In die zin lijkt het op het (gedoog)beleid in Nederland en België’, stelt Fijnaut. ‘Het is een halfwassen maatregel. We moeten nu doorstoten naar legalisering en regulering.’

Net als een pintje

‘Regulering laat ons toe om meer grip te krijgen op het fenomeen dat nu gedomineerd wordt door criminelen’, zegt professor criminologie Tom Decorte (UGent). ‘Door een legalisering kan de overheid bepalen wie de cannabis produceert en distribueert en aan wie onder welke omstandigheden verkocht mag worden. Bovendien kan de staat dan kwaliteitseisen opstellen.’

‘Als je bier drinkt, neem je ook een gereguleerde drug’, legt toxicoloog Jan Tytgat (KU Leuven) uit. ‘Je weet dat er ethanol in zit en geen methanol, waar je blind van wordt. Je weet ook dat je nog mag rijden als je één pintje drinkt. Zo’n garantie kun je ook invoeren voor cannabis, waardoor mensen geen joints met pesticiden of bacteriën meer roken of met te veel tetrahydrocannabinol (THC).’

Precies de stijging van de hoeveelheid THC, het belangrijkste psycho­actieve bestanddeel van cannabis, leidt de laatste jaren tot meer verslavingen en ­psychoses.

Regulering is geen wondermiddel, waarschuwt Decorte. ‘Maar de overheid zal dan wel veel meer middelen hebben om gebruik te ontraden en misbruik te bestrijden. Zo kan ze accijnzen heffen om de producten “duur” genoeg te maken en dus minder toegan­kelijk.’

Tegenstanders vrezen dat legaliseren gelijk staat aan commercialiseren. ‘We mogen geen te radicale stappen zetten’, waarschuwt criminologe Letizia Paoli (KU Leuven). ‘Ik wil niet naar een model zoals dat van sommige Amerikaanse staten, waar grote bedrijven zo veel mogelijk cannabis proberen te verkopen en waar koekjes met een hoog THC-gehalte op de markt komen.’

Alleen via de club

Paoli en Fijnaut pleiten er daarom voor om cannabis in eerste ­instantie te verdelen via cannabis social clubs (CSC’s), niet-commerciële verenigingen waarbinnen volwassen en geregistreerde gebruikers samen cannabis kweken en delen voor eigen gebruik.

In Uruguay, dat als eerste land recreatieve cannabis legaliseerde in 2013, wordt al met dergelijke clubs gewerkt. Geregistreerde ­gebruikers kunnen er ook terecht bij een vijftiental apotheken, die bevoorraad worden door vergunde bedrijven. ‘Vanuit gezondheidsperspectief is zo’n overheidsmonopolie nog beter, maar dat is niet verenigbaar met de ­huidige VN-verdragen en EU-wetgeving’, zegt Paoli.

‘Een legalisering zal niet alle problemen meteen oplossen’, waarschuwt Damien Versele, ­directeur van De Sleutel in Gent. ‘Zal een geregulariseerd systeem zoveel goedkoper zijn? En zal dat een zwarte markt kunnen verhinderen?’ Hij vreest dat problematische gebruikers, die nu via politie en justitie de weg naar de hulpverlening vinden, van de radar zullen verdwijnen.

‘Er moet inderdaad zwaarder ingezet worden op preventie. Maar als cannabis maatschappelijk toegelaten wordt, welke kracht gaat daar dan nog van uit?’, vraagt Versele zich af. ‘Welk argument heb ik dan nog om tegen mijn zoon van 16 jaar te zeggen: “Je mag het niet gebruiken, maar over twee jaar wel”?’

Ook Van Steenbrugge vreest dat het ontradingseffect wegvalt bij legalisering. ‘Steeds meer mensen zoeken een vluchtweg voor hun stress en problemen. In zo’n maatschappij gaan we het gebruik van cannabis toch niet faciliteren?’

Niet op de politieke agenda

‘Mag cannabisgebruik geen vrije keuze zijn? Ik drink graag een glas wijn, moeten we dat dan ook maar verbieden?’, vraagt huisarts Patrik Vankrunkelsven zich af. ‘Zo kom je in een samenleving terecht waar niets meer mag. In zo’n wereld wil ik niet leven.’

Toen hij parlementslid was, probeerde Vankrunkelsven het cannabisbeleid op de politieke agenda te krijgen. ‘Maar er is zoveel negatieve beeldvorming rond cannabis, dat politici er zich niet aan willen verbranden.’

‘Nu horen we toch dat er binnen de politieke wereld openheid is om dit te bespreken’, stelt Tino Ruyters, directeur van de ­Antwerpse Free Clinic, die drugsverslaafden behandelt. Samen met onder anderen Tom Decorte pleit hij via de beweging Smart on Drugs voor een parlementaire ­onderzoekscommissie die een ­gereguleerd aanbod van roesmiddelen moet onderzoeken. Te beginnen met softdrugs als cannabis. ‘Maar het heeft ook tientallen jaren geduurd om abortus uit het strafrecht te halen. Ook dat hebben we aangepakt met een sterke regulering.’

SP.A, die in 2014 onder druk van de jongerenafdeling nog pleitte voor de legalisering van cannabis, toont zich alvast bereid om over het onderwerp te debatteren in het parlement. Ook Groen pleit voor een kritische evaluatie van het huidige cannabis­beleid.

Op het kabinet van minister van Justitie Geens (CD&V) valt te horen dat de minister ‘op dit moment geen vragende partij is voor legalisering of decriminalisering van ­cannabis’. Ondertussen heeft de Algemene Cel Drugsbeleid een studie besteld naar het drugsbeleid van de afgelopen tien jaar. ­Minister van Volksgezondheid De Block (Open VLD) verwacht dat die over twee jaar beschikbaar zal zijn.

Cannabis in cijfers

– 14 procent van de Vlamingen tussen 15 en 64 jaar experimenteerde in 2013 met cannabis.

– 4 procent gebruikte de drug het jaar ervoor, 2 procent in de laatste 30 dagen.

– 12,3 procent van de leerlingen secundair onderwijs gebruikte in het schooljaar 2015-2016 cannabis, tegenover 11,8 procent in 2007-2008. Het aantal leerlingen dat wekelijks tot dagelijks gebruikt, daalde in die periode van 2,9 naar 2,2 procent.

– 24 procent van de Vlaamse studenten verklaarde in 2017 dat ze het afgelopen jaar cannabis gebruikt hadden. 1 procent deed dat dagelijks.

– 33,5 procent van de behandelingen in de Vlaamse revalidatiecentra voor verslavingszorg draait rond cannabisgebruik.